plusser

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord plusser. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord plusser, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je plusser in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord plusser is hier. De definitie van het woord plusser zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanplusser, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plus·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van plus met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord plusser plussers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plusserm

  1. iemand die ouder is dan een daarvoor genoemde leeftijd
    • Het kabinet onderzoekt of rijbewijzen van 75-plussers zonder keuring met maximaal een jaar kunnen worden verlengd.  
    • Ze worden weleens de ‘pechgeneratie’ genoemd: oudere werkzoekenden die jarenlang in de bijstand zitten. Voor die groep biedt De Energiebox uitkomst. Het project, dat werkloze 55-plussers klaarstoomt om als energieadviseur aan de slag te gaan, is in Utrecht al een groot succes en krijgt nu landelijk vervolg.  
    • Uitzendbureaus die op zoek gaan naar geschikte werknemers voor een vacature, moeten minimaal één 50-plusser voordragen aan de opdrachtgever.  
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.

Verwijzingen