rausjen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rausjen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rausjen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rausjen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rausjen is hier. De definitie van het woord rausjen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrausjen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rau·sjen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

rausjen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rausjen
rausjte
gerausjt
zwak -t volledig
  1. je iets toe-eigenen wat niet van jou is
  2. snel en onbeheerst rijden; wild tekeergaan
    • Met het thema ‘Amsterdamse dieren’ wil Loorbach kinderen stimuleren naar buiten te gaan en „lekker in de natuur te rausjen”. „Stadskinderen zitten veel binnen, ze zien veel beton en mogen vaak nauwelijks alleen buiten spelen. Zeker voor deze kinderen is het belangrijk dat ze de wolken bekijken, zien hoe de blaadjes aan de bomen wuiven, grassprietjes voelen of een pissebed observeren. Dichtbij is al zoveel natuur te beleven.”  
    • Het eten is schappelijk geprijsd, voor drie tientjes kun je goed vol zitten. De kwaliteit is helaas wat minder. Ik heb niet alles voor u kunnen proeven – de ijsjes en pannenkoeken heb ik gelaten, evenals de hamburgers, frites en salades. Maar dan nog blijft er genoeg over dus ik rausj er even doorheen met u.  
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen