reiskoepel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord reiskoepel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord reiskoepel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je reiskoepel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord reiskoepel is hier. De definitie van het woord reiskoepel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanreiskoepel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • reis·koe·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord reiskoepel reiskoepels
verkleinwoord

de reiskoepelm

  1. organisatie die opkomt voor de belangen van reisorganisaties; brancheorganisatie voor de reiswereld
     "We gaan ervan uit dat mensen die in juli op vakantie gaan, uiterlijk volgende week weten waar ze aan toe zijn. Voor vakanties in augustus zal dat begin juli zijn", zegt directeur Frank Oostdam van reiskoepel ANVR tegen NU.nl.[1]
     Hoeveel Nederlanders er in de gebieden zitten, is onduidelijk. Volgens reiskoepel ANVR zijn het er "ongetwijfeld een aantal duizenden". De brancheorganisatie is blij dat niet hele landen naar oranje zijn gegaan.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 27 juni 2022 Weblink bron “Duidelijkheid over vliegvakantie komt met horten en stoten (en rijkelijk laat)” (24 juni 2022), NU.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 27 juni 2022 Weblink bron “Oranje reisadvies en quarantaine voor Brussel, Parijs, Madrid, Mallorca en Ibiza” (zaterdag 15 augustus 2020), NOS