rijksbegroting

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rijksbegroting. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rijksbegroting, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rijksbegroting in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rijksbegroting is hier. De definitie van het woord rijksbegroting zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrijksbegroting, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
minister van financiën met het koffertje waarin de rijksbegroting zit
  • rijks·be·gro·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord rijksbegroting rijksbegrotingen
verkleinwoord

de rijksbegrotingv

  1. overzicht van alle geplande inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid uitgesplitst per ministerie voor één jaar
    • Normaal stelt de Nederlandse premier de rijksbegroting voor op Prinsjesdag. Deze valt telkens de derde dinsdag van september. Het is een plechtige aangelegenheid. Het staatshoofd, nu dus koning Willem Alexander, houdt er voor de verzamelde Staten-Generaal de Troonrede. Daarna legt de regering uit welk beleid ze het komende jaar zal voeren, en stelt ze de begroting en de zogenaamde ‘miljoenennota’ - een toelichting bij die begroting - voor. [2] 
    • Een ingewijde stelt dat de rekenexercitie niet veel bijzonders heeft opgeleverd. ,,We zijn er niet steil van achterovergeslagen." Dat is ook niet zo vreemd. De onderhandelaars kennen de systematiek van de rijksbegroting vaak tot in de finesses en wisten daarom wel wat ze ongeveer konden verwachten, klinkt het. [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 10 SEPTEMBER 2016
  3. Tubantia Laurens Kok 25-september-2017