rijverbod

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rijverbod. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rijverbod, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rijverbod in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rijverbod is hier. De definitie van het woord rijverbod zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrijverbod, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zondags rijverbod
  • rij·ver·bod
enkelvoud meervoud
naamwoord rijverbod rijverboden
verkleinwoord

het rijverbodo

  1. (België) ontzegging van de rijbevoegdheid na het begaan van een overtreding in het verkeer
    • Schultz en Van der Steur komen komend voorjaar met voorstellen om die Kamerwensen uit te voeren. Van der Steur verwacht dan ook meer duidelijkheid over de mogelijkheden van een alcoholenkelband voor recidivisten. Die registreert het reisgedrag en het alcoholgebruik van iemand die een rijverbod heeft gekregen. Hij heeft verder met de korpschef van de landelijke politie afgesproken dat de alcoholcontroles in het verkeer zullen worden geïntensiveerd.[2] 
  2. verbod om te rijden met een bepaald soort voertuig of op bepaalde tijden
    • Ten slotte hamerde Van Vliet er op dat Nederland goede alternatieven heeft – maatregelen die méér effect sorteren en die de markt níet verstoren. Zoals rijverboden voor vuile auto’s in bepaalde periodes en/of in bepaalde gebieden. Of hogere subsidies op schone auto’s. Of rekeningrijden.[3]  
  3. het verbod om in een auto te rijden voor bepaalde bevolkingsgroepen
    • Alwaleed bin Talal is al langer bekend als een voorvechter van vrouwenrechten. Zijn uitspraken zijn een steun in de rug voor activisten. Al een aantal jaren protesteren vrouwen tegen het rijverbod. In 2013 was de protestactie #Women2Drive te volgen via Twitter. Vrouwen werden opgeroepen om in de auto te stappen en video’s van zichzelf te maken en op internet te plaatsen.[4] 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Jos Verlaan 6 oktober 2016
  3. NRC Joop Meijnen 30 maart 2007
  4. NRC Huib De Zeeuw 30 november 2016
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be