roosje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord roosje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord roosje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je roosje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord roosje is hier. De definitie van het woord roosje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanroosje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • : roos·je
  • : roo·sje
  • :  roos zn  met het achtervoegsel -je
    • : omdat vorm en kleur aan een roos doen denken
  • : herkomst: Jiddisj [1]

het roosjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord roos
  2. dim. tant. (spreektaal) stoma
enkelvoud meervoud
naamwoord roosje roosjes
verkleinwoord

de roosjev / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) booswicht
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) jodenhater
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]