rugstuk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rugstuk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rugstuk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rugstuk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rugstuk is hier. De definitie van het woord rugstuk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrugstuk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
rugstuk van een orgel
  • rug·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord rugstuk rugstukken
verkleinwoord rugstukje rugstukjes

het rugstuko

  1. een grote tatoeage op de rug van een persoon
    • Voor de tweedaagse in de Expo Twente (eerder Go Planet) meldden zich al bijna 60 binnen- en buitenlandse artiesten. Vier tatoeëerders zetten een backpiece bij een klant, een groot rugstuk. "Dat wordt een publiekstrekker." De show wordt 'aangekleed' met muziek, eten en oldtimers. Eigenaren van classic cars krijgen een speciale parkeerplaats en gratis toegang. Er komen stands met lifestyle, ouderwetse barbiersalons en kleding. [2] 
  2. deel van een harnas dat de rug bedekt
    • Een toepasselijke reliëfdecoratie kenmerkt de rug- en borststukken van een verguld pronkharnas in de tentoonstelling die het Rijksmuseum wijdt aan de Tachtigjarige Oorlog, 450 jaar na het begin ervan. Een anonieme zeventiende-eeuwse edelsmid voorzag het rugstuk van een voorstelling van het beleg van een vestingstad in vogelvluchtperspectief, en de borstplaat van een drukbevolkte gevechtsscène. [3] 
  3. rugzijde van kleding
    • Jassen hadden een zijden rugstuk waarin zijn nieuwe logo verwerkt was: een S die zich als een slang rond een R kronkelt. Het slangenmotief kwam ook terug als bedrukking op transparante tops en op pantalons, een ietwat barokke stijl die heel Italiaans aandoet. [4] 
  4. deel van een kerkorgel
    • Jammer is het dat dit remonstrantse boek nogal ontsierd wordt door foutjes in de beschrijvingen van de diverse orgels: Een „rugstuk” bestaat niet (Waalse Kerk Leeuwarden), evenmin als een „speelwerk” (Koorkerk Middelburg). Het orgel in de Antoniuskapel te Doesburg is niet van een kennelijk anonieme leerling van Chr. Müller, maar van de Deventer orgelmaker C. F. A. Naber. Er wordt nogal gerommeld met voornamen van orgelmakers (Van Dam, Van Oeckelen). Van een elektronisch orgel kan echt niet gezegd worden: „Het geluid doet nauwelijks onder voor het oude orgel” (Boskoop). En een zin als: „Het orgel heeft onder andere een kas” getuigt ook niet van enige deskundigheid op dit gebied. [5] 
90 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Bert Janssen 25-07-17 Tattookoning Tonnie viert 60e verjaardag met tattooshow in Enschede
  3. NRC Bram de Klerck 18 oktober 2018 Rijks zorgt voor nuances op inventieve expositie ‘80 Jaar Oorlog’
  4. De Standaard 29 JUNI 2009 OM 00:00 UUR | Lut Clincke Belgische bierbuiken op de catwalk van Parijs
  5. Reformatorisch Dagblad Jan van ‘t Hul 16-06-2010 Remonstranten en al hun kerken
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be