ruigharig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ruigharig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ruigharig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ruigharig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ruigharig is hier. De definitie van het woord ruigharig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanruigharig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ruig·ha·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ruigharig ruighariger ruigharigst
verbogen ruigharige ruigharigere ruigharigste
partitief ruigharigs ruigharigers -

ruigharig [1]

  1. van een dier dat het een ruwe, harige vacht heeft
    • Koeien en hun kalveren, alle ruigharig en vaak crème brûlée-kleurig, zoeken hier met hun zachte snuiten gras tussen de scherpe pitrushalmen. De sierlijke uiers van deze ‘zoogkoeien’ doen beseffen hoe misvormd de uiers van melkkoeien eigenlijk zijn. Hun houdingen – bevallig tussen twee bomen, een kalf dat met een achterpoot zijn neus krabt – kent iedereen die de schilderijen van Paulus Potter zag. (Al hadden de koeien daar hun hoorns nog). [2] 
    • Ona, een vuilnisbakje dat nog het meest lijkt op een ruigharige Jack Russell, liep weg na het ongeluk en is sindsdien spoorloos.[3] 
    • Drie andere gasten heeft Evert te bedienen: heren op leeftijd, tweedjasje, lamswollen trui, in gezelschap van een ruigharige teckel. Ik onderbreek hen in een gemoedelijk gesprek. Goedemiddag heren, mag ik u storen? Wat brengt u in IJlst? Twee hoofden draaien zich automatisch naar de derde gast aan tafel. „Vertel jij het maar, Menno, jij was de voorzitter toen.” [4] 
88 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]