ruimde af

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ruimde af. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ruimde af, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ruimde af in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ruimde af is hier. De definitie van het woord ruimde af zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanruimde af, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ruim·de af
vervoeging van
afruimen

ruimde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afruimen
    • Ik ruimde af. 
    • Jij ruimde af. 
    • Hij, zij, het ruimde af. 
     Het leek alsof de stevige en weelderige serveerster de vraag had begrepen, want ze sloop op haar tenen rond de tafel en ruimde stilletjes de lege bierglazen af.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535