Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ruimde af. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ruimde af, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ruimde af in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ruimde af is hier. De definitie van het woord
ruimde af zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ruimde af, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
ruimde af
- enkelvoud verleden tijd van afruimen
- Ik ruimde af.
- Jij ruimde af.
- Hij, zij, het ruimde af.
- ▸ Het leek alsof de stevige en weelderige serveerster de vraag had begrepen, want ze sloop op haar tenen rond de tafel en ruimde stilletjes de lege bierglazen af.[1]