Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
schonk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
schonk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
schonk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
schonk is hier. De definitie van het woord
schonk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
schonk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘bot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1626 [1]
de schonk v / m
- (anatomie) grof bot, zoals een dijbeen of bovernarmbeen
- Wanneer geen merg meer uit de beenderen druipt, legt men de schonken in eenen pot en zet dien nogmaals in den oven, om het nog in de beenderen overgebleven merg op te zamelen. [2]
schonk
- enkelvoud verleden tijd van schenken
- Ik schonk.
- Jij schonk.
- Hij, zij, het schonk.
95 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.[3]
|