seizoenzege

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord seizoenzege. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord seizoenzege, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je seizoenzege in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord seizoenzege is hier. De definitie van het woord seizoenzege zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanseizoenzege, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sei·zoen·ze·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord seizoenzege seizoenzeges
verkleinwoord

de seizoenzegev / m

  1. (sport) een wedstrijd die men wint in een bepaald sportseizoen
     Bij de vrouwen boekte Sandra 't Hart haar eerste seizoenzege. Carla Zielman werd in Biddinghuizen na 50 kilometer tweede voor Mariska Huisman en verstevigde de leidende positie in het klassement.[1]
     Meeusen boekte zijn derde seizoenzege en zijn eerste in een WB-race. "Ik had niet gedacht dat ik nu al een WB-zege zou boeken", aldus Meeusen. Zijn landgenoot Niels Albert werd vijfde, maar behoudt de leiding.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “De Vries, 't Hart winnen marathon” (Woensdag 15 december 2010, 18:51), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Primeur Meeusen, Vos tweede” (Zondag 19 december 2010, 17:28), NOS