sermoen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sermoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sermoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sermoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sermoen is hier. De definitie van het woord sermoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansermoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ser·moen
enkelvoud meervoud
naamwoord sermoen sermoenen
verkleinwoord sermoentje sermoentjes

het sermoeno

  1. beschuldigende, vermanende preek of toespraak
     Op 10 augustus 1566 preekte Sebastiaan Matte een opruiend sermoen in Steenvoorde, een stadje op het Vlaamse platteland, bij de grens met Frankrijk.[3]
     Toen ze met haar wijsvinger, met een doekje erom gewonden, op het portier wilde schrijven 'Ik ben een viezerik', beende ik boos naar buiten. Dat had ik natuurlijk niet moeten doen. Ik kreeg een sermoen van een half uur over verantwoordelijkheid, burenhulp, en de samenhang tussen mijn auto en mijn denken. 'Wie zo smerig is, denkt ook vies!'[4]
37 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[5]
  1. sermoen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Vernieling associëren we snel met de islam. Vergeet de protestanten niet” (11/08/2016), HP de Tijd
  4. Bronlink Weblink bron “De militante agressie van Juffrouw Naaivrees” (29 januari 2015), Het Parool
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be