sliep

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sliep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sliep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sliep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sliep is hier. De definitie van het woord sliep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansliep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sliep
vervoeging van
slapen

sliep

  1. enkelvoud verleden tijd van slapen
    • Ik sliep. 
    • Jij sliep. 
    • Hij, zij, het sliep. 
vervoeging van
sliepen

sliep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sliepen
    • Ik sliep. 
  2. gebiedende wijs van sliepen
    • Sliep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sliepen
    • Sliep je? 
     De dagen daarna sliep ik steeds alleen, en langzaam maar zeker groeide mijn zelfvertrouwen.[1]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be