Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
sloeg. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
sloeg, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
sloeg in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
sloeg is hier. De definitie van het woord
sloeg zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
sloeg, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
sloeg
- enkelvoud verleden tijd van slaan
- Ik sloeg.
- Jij sloeg.
- Hij, zij, het sloeg.
- ▸ ‘No, I meant your trail name!’ en hij sloeg met zijn handen op de houten tafel waardoor mijn cola bijna omviel.[1]
97 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[2]
|