slons

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord slons. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord slons, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je slons in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord slons is hier. De definitie van het woord slons zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanslons, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • slons
  • In de betekenis van ‘slordige vrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1623 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord slons slonzen
verkleinwoord slonsje slonsjes

de slonsv

  1. hoer, lellebel, snol, slet, lichtekooi
    • Dat meisje gedroeg zich als een echte slons. 
  2. sloddervos, smeerpoets
    • Zij was geen goede huisvrouw want ze was een enorme slons. 
vervoeging van
slonzen

slons

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slonzen
    • Ik slons. 
  2. gebiedende wijs van slonzen
    • Slons! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slonzen
    • Slons je? 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]