snoezepoes

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord snoezepoes. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord snoezepoes, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je snoezepoes in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord snoezepoes is hier. De definitie van het woord snoezepoes zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansnoezepoes, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • snoe·ze·poes
enkelvoud meervoud
naamwoord snoezepoes snoezepoezen
verkleinwoord snoezepoesje snoezepoesjes

de snoezepoesv

  1. een heel lief, aardig en mooi meisje of huisdier
    • De Ieperse Snoezepoezen zijn 45 jaar jong. Dat werd gisteren al dansend gevierd in de stad. Na een eucharistieviering in de Sint-Pieterskerk trokken ze naar de Lakenhalle, begeleid door de fanfare van Elverdinge. [1] 
    • “Stil maar snoezepoes, stil maar.” Normaal noem ik nooit iemand snoezepoes. Maar in bijzijn van twee dames die kort daarvoor nog korte hoge gilletjes hadden geslaakt werd een oude behoefte weer in mij wakker. De behoefte om macho te zijn. [2] 
96 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]
  1. De Standaard 16 OKTOBER 2006 Piet Lesage Snoezepoezen al 45 jaar dansende ambassadrices
  2. NRC Arnon Grunberg 4 oktober 1996 Elke dag zwaardvis
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be