sportschool

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sportschool. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sportschool, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sportschool in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sportschool is hier. De definitie van het woord sportschool zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansportschool, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportschool sportscholen
verkleinwoord sportschooltje sportschooltjes

Zelfstandig naamwoord

de sportschoolv / m

  1. (sport) instelling waar men conditie- en krachttraining kan doen
     Zweden koos aan het begin van de coronacrisis een aanpak die afweek van die in veel andere landen in Europa: scholen, sportscholen, horecazaken en winkels bleven open.
  2. (sport) (onderwijs) (in mindere mate) opleidingsinstituut voor sportinstructeurs -> sportacademie
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Brein achter omstreden Zweedse coronastrategie geeft fouten toe” (03-06-2020), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be