stadsbevolking
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stadsbevolking. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stadsbevolking, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stadsbevolking in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stadsbevolking is hier. De definitie van het woord stadsbevolking zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstadsbevolking, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- stads·be·vol·king
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | stadsbevolking | stadsbevolkingen |
| verkleinwoord |
de stadsbevolking v
- de groep mensen die in een stad woont
- ▸ Wekenlang duurde die toestand van opperste gelukzaligheid, die hij weerspiegeld zag in het zomerse humeur van de stadsbevolking.[2]
- ▸ Gentrificatie Dankzij renovatieprojecten ging het sinds begin jaren negentig weer beter met Harlem, maar de gentrificatie - het fenomeen waarbij de (arme) oorspronkelijke stadsbevolking vooral door stijgende huurprijzen een wijk wordt uitgedreven - heeft zich na 2000 in versneld tempo doorgezet.[3]
1. de groep mensen die in een stad woont
- Het woord stadsbevolking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij
, ISBN 9789023479925
- ↑
Weblink bron “Harlem verliest zwarte meerderheid” (05-01-2010), NOS
