stagejaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stagejaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stagejaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stagejaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stagejaar is hier. De definitie van het woord stagejaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstagejaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sta·ge·jaar
enkelvoud meervoud
naamwoord stagejaar stagejaren
verkleinwoord

het stagejaaro

  1. jaar dat men door het verrichten van arbeid in de praktijk een vak leert
    • Het stagejaar moet hen stimuleren hun verantwoordelijkheid voor de gemeente te nemen en te ontdekken waar ze hun gaven kunnen inzetten, aldus de HGJB.[2] 
    • Zij is een ‘haio’ (huisarts in opleiding) en inmiddels bezig aan haar negende jaar opleiding. “Dit en vorig jaar zijn stagejaren. Lessen volgen zijn er niet echt meer bij, tenzij facultatief. We moeten wel nog een thesis maken. Om de twee weken komen we samen met collega-haio’s om patiëntengevallen en andere problemen of vragen te bespreken.”[3] 
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad 17-04-2009 HGJB-materiaal voor na belijdenis
  3. de Standaard 11/02/2014 om 11:25 door (wv) | Bron: jobat.be ‘Huisartsenpraktijk opstarten kost tienduizenden euro’s’
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be