stamgod

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stamgod. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stamgod, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stamgod in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stamgod is hier. De definitie van het woord stamgod zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstamgod, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • stam·god
enkelvoud meervoud
naamwoord stamgod stamgoden
verkleinwoord stamgodje stamgodjes

de stamgodm

  1. een god voor één volk of volksstam
     De God van het oude verbond, „de verongelijkte, wraakzuchtige”, maakt plaats voor een „goedertieren vader in de hemel”, die de zonden vergeeft en de erfschuld delgt. „Jahweh was een totalitaire stamgod geweest. De tijd was rijp geworden voor een universele Voorzienigheid.”[2]
     Vaak wordt beweerd dat Jahweh een soort van stamgod zou zijn, zonder enige relatie met de volkeren buiten Israël. Een particularistische godsopvatting, zo wordt dat wel genoemd.[3]
74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    K. van der Zwaag
    “Blokker pluist Bijbel na met Isings” (09-11-2006), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron
    K. van der Zwaag
    “„Jahweh is rechtvaardig én liefdevol”” (13-12-2006), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be