Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stamtijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stamtijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stamtijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stamtijd is hier. De definitie van het woord
stamtijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stamtijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de stamtijd m
- (taalkunde) een vaste reeks van vormen van een werkwoord waarvan men de andere vormen kan afleiden m.n. het hele werkwoord, de verleden tijd enkelvoud en het voltooid deelwoord
- De stamtijden van het werkwoord maken zijn: maken, maakte, gemaakt
- Tijdens mijn middelbare school sprak ik met mijn lerares Latijn af dat ik niet meer in haar lessen zou verschijnen. Dat scheelde me namelijk gedurende twee jaar vijf uur in de week. Er was een probleem: toen het eindexamen naderde, wist ik geen stamtijden, had ik geen woordenschat, kende ik geen grammatica.[1]
- De Grieken en Romeinen zijn de uitvinders van onze democratie, vrijheid van meningsuiting en vloerverwarming. Daarom zijn ze relevant; niet vanwege hun stamtijden. Moeten we pubers de weg leren in een wereld die weg is? Voor goed burgerschap is stampwerk geen sine qua non maar een sta-in-de-weg.[2]
84 % |
van de Nederlanders;
|
87 % |
van de Vlamingen.[3]
|