Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tôle. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tôle, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tôle in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tôle is hier. De definitie van het woord
tôle zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tôle, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
tôle v
- (spreektaal) bak, bajes, lik, nor
- «Jean-Baptiste est allé en tôle.»
- Jean-Baptiste is de bak in gedraaid. [1]
- «Les gangsters ont étés foutus en tôle après avoir descendu leurs rivaux.»
- De gangsters werden in de bak gesmeten, nadat ze hun rivalen hadden omgelegd. [2]
- (spreektaal) huis, woonruimte [1]
- «Si possible, j'aimerais quitter cette tôle.»
- Als het kan, zou ik deze woonruimte graag verlaten. [2]
- (spreektaal) bordeel, hoerenkast [2][1]
- (spreektaal) hotelkamer [2][1]
- (spreektaal) nederlaag
- «On s’est pris une tôle dimanche au foot.»
- Zondag hebben ze ons verslagen met voetballen. [2]
- ↑ 1,0 1,1 1,2 1,3
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 202
- ↑ 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4
Wouw, Berry van de
, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 197