taalfilosoof

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord taalfilosoof. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord taalfilosoof, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je taalfilosoof in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord taalfilosoof is hier. De definitie van het woord taalfilosoof zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantaalfilosoof, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • taal·fi·lo·soof
enkelvoud meervoud
naamwoord taalfilosoof taalfilosofen
verkleinwoord

de taalfilosoofm

  1. (beroep) iemand die de wijsbegeerte van de taal beoefent
     Op de achtergrond van deze opvatting over geloofstaal speelt het denken van Ludwig Wittgenstein een duidelijke rol. Volgens deze postmoderne taalfilosoof is de betekenis van een woord dat wat er met dat woord gedaan wordt.[2]
     Wetenschappers in de literatuur. Werden we eerder dit jaar al verrast door een biografische roman van David Leavitt over de briljante wiskundige Ramanujan, nu ligt er zowaar een nog betere voor over een briljante taalfilosoof.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Cees-Jan Smits
    “„Geloofswaarheden zijn niet minder, maar anders waar”” (31-08-2012), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “Aifric Campbell - De logica van het moorden” (30 december 2009), Het Parool