Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
taal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
taal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
taal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
taal is hier. De definitie van het woord
taal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
taal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘systeem van spraakklanken’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1]
de taal v / m
- (taalkunde) een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
- Meneer, welke taal spreekt men in dat land?
- Onhandige meisjes die worstelen met het groter worden. En maar giechelen. In onze taal is het een van de tederste liedjes die ik ken. Paul van Vliet schetst de meisjes van 13 letterlijk ten voeten uit.[2]
- (informatica) een formeel systeem dat door computers wordt begrepen
- De formele taal van XML Schema, XSD of XML Schema Definitietaal.
- (bij uitbreiding) een communicatiesysteem in het algemeen.
- : Een taal onder de knie krijgen
Geen enkel levensteken
- : Dat is duidelijke/klare taal
Dat is raak geformuleerd
- : In alle talen (over iets) zwijgen
Geheel niets willen zeggen
1. een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke...
|
|
- Láadan: dan (ldn)
- Latijn: lingua (la) v
- Lets: valoda (lv)
- Limburgs: spraok (li) v
- Litouws: kalba (lt)
- Luxemburgs: Sprooch (lb) v
- Mantsjoe: gisun
- Nauruaans: ekakairũ (na)
- Nedersaksisch: sjprouk (nds), spraak (nds), Spraak (nds), sprake (nds), Sprake (nds), spraok (nds), spraoke (nds), sproak (nds), sproake (nds), Sproke (nds), Spröke (nds), taal (nds), Taal (nds), tääl (nds), tael (nds), toal (nds), Tung (nds)
- Noors: språk (no) o
- Nynorsk: språk (nn) o
- Occitaans: lenga (oc) v
- Oekraïens: мова (uk) v
- Perzisch: زَبان (fa)
- Pools: język (pl) m
- Portugees: linguagem (pt) v
- Roemeens: limbă (ro) v
- Russisch: язык (ru) m
- Sardisch: limba (sc)
- Schots-Gaelisch: cainnt (gd) v
- Sloveens: jezik (sl) m
- Slowaaks: jazyk (sk) m
- Spaans: idioma (es) m, lenguaje (es) m, lengua (es) v
- Talossaans: glheþ m
- Tobiaans: Ramarih
- Tok Pisin: toki (tpi)
- Tsjechisch: jazyk (cs) monbezield
- Tupinambá: nhe'enga
- Turks: dil (tr)
- Tuvaluaans: ngangana, ngana, nganana
- Vietnamees: ngôn ngữ (vi), tiếng nói (vi), tiếng (vi)
- Volapük: pük (vo)
- Waals: lingaedje (wa) m
- Welsh: iaith (cy) v
- Wit-Russisch: мова (be)
- Zweeds: språk (sv) o
|
een taal onder de knie krijgen
- Duits: eine Sprache meistern
|
taal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van talen
- gebiedende wijs van talen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van talen
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- Afgeleid van het Middelnederlandse tale, via het Nederlands taal
taal
- taal
taal
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
- Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *talu, via het Oudfriese tale
taal
- taal
taal
- taal
taal
- (verouderd) aantal
- (verouderd) tal
- aantal
- tal
taal
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
taal
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
taal
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
taal
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
- Afgeleid van het Angelsaksische tæġl, via het Middelengelse tayl
taal
- (dierkunde) staart