taalkeuze

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord taalkeuze. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord taalkeuze, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je taalkeuze in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord taalkeuze is hier. De definitie van het woord taalkeuze zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantaalkeuze, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • taal·keu·ze
enkelvoud meervoud
naamwoord taalkeuze taalkeuzen
taalkeuzes
verkleinwoord

de taalkeuzev / m

  1. het kiezen van de taal waarin men schrijft of spreekt
    • Bij de taalkeuze hoeft het bestuursorgaan slechts "rekening te houden met' de continuïteit van taalkeuze, en dat is toch wat anders dan het zogenaamde "volgend taalgedrag' (dat wil zeggen een Friese brief wordt in het Fries beantwoord, een Nederlandse brief in het Nederlands) dat door de provincie Friesland als code aangehouden wordt. [1] 
    • Wél was de bundel met een wakkere redacteur beter af geweest, want de taalkeuze en logica van de schrijver zijn vaak op het dubieuze af. Als iemand zich afvraagt of hij een ander mens was geworden wanneer hij in Noorwegen was opgegroeid, volgt er een opsomming ergerlijke ‘Nederlandse’ fenomenen die ook gewoon in Noorwegen te vinden zijn. Een redacteur die van een schrijver wil weten hoe ver hij al is met dat nieuwe boek krijgt het antwoord dat ‘hij al maanden muurvast zit.’ Dat is geen antwoord op de vraag, maar toch wordt er niet op ingegaan. [2] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC L.H. Mulder Voorzitter van het "Berie Foar It Frysk' 27 december 1993
  2. NRC Sebastiaan Kort 10 juli 2015
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be