Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
taalbad. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
taalbad, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
taalbad in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
taalbad is hier. De definitie van het woord
taalbad zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
taalbad, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het taalbad o
- een verblijf in een omgeving waar een vreemde taal gesproken wordt om de beheersing van die vreemde taal te verbeteren
- „Wie bijkomende ondersteuning nodig heeft, wordt verplicht een taalbad te nemen. Zo remmen ze het niveau van een hele klas niet af”, aldus de bewindsman. [1]
- De vmbo-groep van het Van Lodensteincollege is net terug van een bezoek aan Parijs. De leerlingen zagen in de lichtstad twee onderwerpen uit het examen in levenden lijve: de verlichte glazen entree van het Louvre -een herinnering aan president Mitterrand- en de Parijse rage om op skeelers naar het werk te gaan. Van den Hoorn, enthousiast: „Zo’n excursie is een taalbad voor de leerlingen. Heel goed, zo vlak voor het examen.” [2]
- Op een pak meel van Albert Heijn staat in kinderschrift dat het meel is en dat dit voor pannenkoeken is. Je hoeft het een kind maar één keer te vertellen. Uit de prijs in kindercijfers kunnen kinderen ook zelf zien dat pannenkoeken veel goedkoper zijn dan minimale kindertoetjes met minimale kinderverrassingen in maximale verpakkingen. Ook dit hoef je kinderen maar één keer te vertellen. Ongemerkt krijgen de kinderen zo een reken- en taalbad waar zij niet aan kunnen ontkomen. In enkele experimentele supermarkten staan inmiddels acteurs achter de kassa. Zij kunnen vaste klanten, die daar prijs op stellen, verrassen met sociale, creatieve en emotioneel lastige situaties. [3]
50 % |
van de Nederlanders;
|
92 % |
van de Vlamingen.[4]
|