gewonemensentaal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gewonemensentaal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gewonemensentaal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gewonemensentaal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gewonemensentaal is hier. De definitie van het woord gewonemensentaal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangewonemensentaal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wo·ne·men·sen·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewonemensentaal gewonemensentalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gewonemensentaalv / m

  1. eenvoudig en helder taalgebruik, zodat ook eenvoudige mensen het kunnen begrijpen
     Maar wat kijkt u nou alsof u bang bent? Ik zeg u in gewonemensentaal: we moeten gaan.
     Doeve: "Dat is mooie gewonemensentaal, misschien wel een beetje té veel een wervingstekst voor de pabo."
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 maart 2022 Weblink bron
    Guus Dietvorst
    “De Troonrede: gewonemensentaal, maar ook gefoefel met 'maar' en 'toch'” (20-09-2017), NOS