talencursus
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord talencursus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord talencursus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je talencursus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord talencursus is hier. De definitie van het woord talencursus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantalencursus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: talencursus (hulp, bestand)
- ta·len·cur·sus
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | talencursus | talencursussen |
| verkleinwoord |
de talencursus m
- (onderwijs) kortdurende lesperiode waarin men een taal leert
- ▸ Iedereen kent wel iemand die een tijdje in een exotisch oord een talencursus volgt, vrijwilligerswerk doet, op reis gaat.[1]
- ▸ Het kost ze misschien een beetje moeite, maar veel buitenlanders die voor hun werk in Nederland wonen, proberen echt Nederlands te spreken. Zeker als deze expats een talencursus hebben gehad.[2]
- Het woord talencursus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron arc Bessems“Twee meiden die nooit meer thuis kwamen” (23-12-2014), NOS - ↑ Weblink bron “Expats: praat Nederlands met mij” (25-07-2013), NOS
