tapisseren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tapisseren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tapisseren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tapisseren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tapisseren is hier. De definitie van het woord tapisseren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantapisseren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ta·pis·se·ren
  • uit het Frans [1]

tapisseren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tapisseren
tapisseerde
getapisseerd
zwak -d volledig
  1. een kamer met tapijten (of behangselpapier) bekleden
    • Tapisseren, eene kamer met tapijten bekleeden. Tapisserie, tapijtwerk, muurbehangels. Tapisseur, kamerbekleeder, tapijtwerker. [3] 
45 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[4]