theaterpubliek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord theaterpubliek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord theaterpubliek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je theaterpubliek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord theaterpubliek is hier. De definitie van het woord theaterpubliek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantheaterpubliek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud meervoud
naamwoord theaterpubliek theaterpublieken
verkleinwoord
theaterpubliek
  • the·a·ter·pu·bliek

het theaterpublieko

  1. mensen die (regelmatig) een theater bezoeken
     Het Noord Nederlands Toneel gaat zelfs nog een stapje verder door het theaterpubliek te laten bingewatchen. De acteurs spelen voor hen namelijk twee seizoenen van Borgen. Duur: tien uur.[2]
     Safi, een Syrische vluchteling, leidt het theaterpubliek rond door het kamp. Van het Afghaanse restaurant, naar de provisorisch in elkaar geknutselde moskee. De paden zijn omgedoopt tot 'David Cameron Avenue" en de "François Hollande Street". Hij eindigt zijn rondleiding met: "Wanneer voelt een plek als thuis?"[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2022 Weblink bron “Bingewatchen, ook in het theater” (7-09-2015), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2022 Weblink bron “The Jungle op het toneel: 'We willen meer begrip kweken voor migratie'” (26-06-2018), NOS