thuisvakantie

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord thuisvakantie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord thuisvakantie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je thuisvakantie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord thuisvakantie is hier. De definitie van het woord thuisvakantie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanthuisvakantie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • thuis·va·kan·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord thuisvakantie thuisvakanties
verkleinwoord thuisvakantietje thuisvakantietjes

de thuisvakantiev

  1. een vakantie die men thuis viert zonder op reis te gaan
     Een andere tip van Schultz voor een geslaagde thuisvakantie is om veel tijd vrij te maken voor eten: "Terrasjes en lekker eten associëren we met vakantie. Veel restaurants bieden nu maaltijden van meerdere gangen aan om af te halen. Dek de tafel thuis leuk, schenk goede wijn in en je waant je even uit eten."[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron
    Maartje Geels
    “'Nederland is een bijzonderder vakantieland dan je denkt'” (Zondag 17 mei 2020, 08:32), NOS