Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
torcher. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
torcher, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
torcher in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
torcher is hier. De definitie van het woord
torcher zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
torcher, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
torcher
- (spreektaal) afraffelen
- «J’ai torché le travail, j’ai pas eu le temps de fignoler.»
- Ik heb het werk afgeraffeld, ik had geen tijd om het zorgvuldig te doen. [1]
- (spreektaal) afvegen, poetsen [1]
- (spreektaal) een optater geven
se torcher
- wederkerend (spreektaal) zich bezatten
- «Pendant cette soirée, Isabelle s’est torchée à la vodka.»
- Die avond heeft Isabelle zich bezat met wodka.
se torcher
- wederkerend (spreektaal) zijn gat afvegen
- «Marcel a dû se torcher avec de l'herbe.»
- Marcel heeft zijn gat met gras moeten afvegen. [1]
- (spreektaal) schijt hebben aan, aan zijn laars lappen
- «Je m'en torche!»
- Kan me geen reet schelen! [1]