bezatten

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bezatten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bezatten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bezatten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bezatten is hier. De definitie van het woord bezatten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbezatten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·zat·ten
  • Afgeleid van zat met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezatten
bezatte
bezat
zwak -t volledig

bezatten

  1. wederkerend zich tot dronkenschap bedrinken
    • De hele bende bezatte zich die nacht en er volgde een wild feest. 
vervoeging van
bezatten

bezatten

  1. meervoud verleden tijd van  zich bezatten
    • Wij bezatten ons. 
    • Jullie bezatten je. 
    • Zij bezatten zich. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be