zat

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zat is hier. De definitie van het woord zat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: zat.
  • zat
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zat zatter zatst
verbogen zatte zattere zatste
partitief zats zatters -

zat

  1. (informeel), (drinken) verzadigd, vol, met name van alcoholische drank
    • Hij was volkomen zat en begon handtastelijk te worden. 
  2. (informeel) als predicaat met oorzakelijk voorwerp: ergens genoeg van hebbend
    • Ik ben het zat! 

zat

  1. (informeel) in voldoende mate
    • Er zijn mensen zat die daar niet van houden. 
    • Er zijn zat mensen die daar niet van houden. 

de zatm

  1. (afkorting), (tijdrekening), (dag) zaterdag, de eerste dag van het weekeinde
    «Open: di, woe, do, vrij; dicht: zat, zo, ma.»
    Geopend op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag; gesloten op zaterdag, zondag en maandag.
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: zat., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een weekdag gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten[4].
vervoeging van
zitten

zat

  1. enkelvoud verleden tijd van zitten
    • Ik zat. 
    • Jij zat. 
    • Hij, zij, het zat. 
     Er zat niks anders op dan in mijn drinkfles te plassen.[5]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]


  • Leenwoord uit het Arabisch.

zat

  1. stof, substantie


zat

  1. persoon, individu.
  2. substantie
  3. wezen
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be