zatheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zatheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zatheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zatheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zatheid is hier. De definitie van het woord zatheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzatheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zat·heid
  • afgeleid van zat met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord zatheid -
verkleinwoord - -

de zatheidv

  1. algehele dronkenschap
    • Zijn zatheid was stuitend. 
  2. overmatigheid in voedsel
    • De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen.[1] 
77 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[2]
  1. Pred. 5:11
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be