Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zat.. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zat., maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zat. in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zat. is hier. De definitie van het woord
zat. zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zat., maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de zat. m
- (afkorting), (tijdrekening), (dag) zaterdag, de eerste dag van het weekeinde
- «De vergadering is zat. 14 aug. a.s.»
- De vergadering wordt op zaterdag 14 augustus aanstaande gehouden.
- Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een weekdag gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: zat [1].