trachiet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord trachiet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord trachiet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je trachiet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord trachiet is hier. De definitie van het woord trachiet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantrachiet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
trachiet
  • tra·chiet
enkelvoud meervoud
naamwoord trachiet
verkleinwoord

het trachieto

  1. (geologie) ruw, grijs uitvloeiingsgesteente
     In de tijd dat de burcht verrees, gebruikten bouwers nauwelijks steen. De huizen waren van hout. Pas in de 13e eeuw deed de baksteen zijn intrede. Daarom is voor de bouw van de Buveburcht tufsteen en trachiet -een grijze steen- gebruikt.[3]
     Voor het herstel van de waterlijsten is gekozen voor een andere steensoort: tepla trachiet. Dit Tsjechische stollingsgesteente wordt sinds de jaren negentig van de twintigste eeuw regelmatig gebruikt bij restauraties en is bijvoorbeeld ook toegepast bij de Grote Kerk te Breda.[4]
42 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[5]
  1. trachiet op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    Gisette van Dalen-Heemskerk
    “Eten in de wapenkamer” (06-06-2008), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink Weblink bron
    Riekelt Pasterkamp
    “Nieuwe look voor Laurenskerk” (11-11-2010), Reformatorisch Dagblad
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be