tramrail

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tramrail. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tramrail, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tramrail in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tramrail is hier. De definitie van het woord tramrail zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantramrail, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tram·rail
enkelvoud meervoud
naamwoord tramrail tramrails
verkleinwoord (tramrailtje) (tramrailtjes)

de tramrailv / m

  1. trambaan
  2. de binnenste en buitenste zijlijnen van het speelveld bij tennis.
  3. groefrails
    • Het voorwiel van een fiets kan komen te zitten in de tramrails. 
98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be