traproede

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord traproede. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord traproede, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je traproede in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord traproede is hier. De definitie van het woord traproede zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantraproede, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • trap·roe·de
enkelvoud meervoud
naamwoord traproede traproedes
traproeden
verkleinwoord

de traproedev / m

  1. een ijzeren staaf waarmee men een traploper op de trap bevestigt
    • De derde hoofdpersoon is Dirks schaakvriend Niels, bij wie het gebrek aan levensvervulling tweeledig is: een dominee die niet in God gelooft, gevangen in een huwelijk zonder seks. Zijn val is huiselijk: een loszittende traproede. [2] 
    • Leert een kind nu op school nog dat hij glaswerk eerst in lauw zeepsop moet afwassen, met warmer water moet naspoelen en “dadelijk moet afdrogen met een daarvoor bestemden niet pluizigen doek?” Maar wat zou hij zich daarom drukmaken? De afwasmachine levert toch zeker moeiteloos de glanzendste aller vaten af? Leert hij peper in hoekjes van kasten te strooien (tegen motten)? Weet hij dat terpentijn in de kleerkast tegen muizen helpt? En de moeders, hebben die nog een echte schrobber in huis (in plaats van een mop)? Poetsen die de traproeden, zoals de Practische Huisvrouw het leert? Of doen hun werksters dat? [3] 
96 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]