trouwkleding

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord trouwkleding. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord trouwkleding, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je trouwkleding in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord trouwkleding is hier. De definitie van het woord trouwkleding zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantrouwkleding, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bruidspaar in bruidskleding
  • trouw·kle·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwkleding
verkleinwoord

de trouwkledingv

  1. (kleding) kleding die men draagt tijdens de huwelijksvoltrekking (trouwjurk / trouwpak)
    • Een bijzonder gezicht: De Australische tortelduifjes Carole-Ann en Jim Stanfield vieren hun 50ste trouwdag in de trouwkleding die ze in 1966 droegen.[2] 
    • Voormalig profvoetballer Jhon van Beukering en zijn vrouw Iris zijn slachtoffer geworden van inbraak. Dieven namen alle trouwkleding van het stel mee.[3] 
    • Bij beide musea staan zeventien topbedrijven, van vervoer en catering tot trouwkleding en sieraden, klaar om de perfecte, complete dag te plannen voor een sprookjeshuwelijk.[4] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 10 okt. 2016
  3. de Telegraaf 08 sep. 2015
  4. de Telegraaf CAROLIEN VLIETSTRA 08 nov. 2012