tuinzaad

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tuinzaad. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tuinzaad, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tuinzaad in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tuinzaad is hier. De definitie van het woord tuinzaad zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantuinzaad, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Een rek met pakjes tuinzaad in een winkel.
  • tuin·zaad
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinzaad (tuinzaden) *
verkleinwoord - -

het tuinzaado

  1. bevruchte kiemen afkomstig of bestemd voor de kweek van planten op omheinde terreinen bij woningen
     Vorig jaar werd alleen al voor drie miljard gulden aan tuinzaden verkocht. Zeventig procent van de Nederlandse woningen, zo'n 4,3 miljoen stuks, zijn voorzien van een tuin.[2]
     Zo haalde de verdachte in dit geval vijf pakjes tuinzaad uit de rekken, want hij dacht dat hij misschien nog wel het een en ander voor zijn tuin kon gebruiken.[3]
  2. (landbouw) bevruchte kiemen waaruit tuinbouwgewassen worden gekweekt
     Het Landbouwproefstation heeft wederom tuinzaad ter beschikking, (…)[4]
  • Het meervoud "tuinzaden" heeft alleen dezelfde betekenis "bevruchte kiemen afkomstig of bestemd voor de kweek van planten op omheinde terreinen bij woningen" en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "tuinzaad".
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2020 Weblink bron “Foto” (6 april 1996) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2020 Weblink bron
    Auke Piersma
    Geheugenverlies en verwikkelingen rond drie pakjes tuinzaad in: Leeuwarder Courant op Wikipedia, jrg. 243 nr. 296 (16 december 1994), p. 14 kol. 2
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2020 Weblink bron Zaden in: De West, jrg. 45 nr. 4006 (21 mei 1943), p. 3 kol. 4 op nrc.nl op Wikipedia