tweehonderdenachtentachtig

0	2	8	8

tweehonderdenachtentachtig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdenachtentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈɑxtənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)

• twee·hon·derd·en·acht·en·tach·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  achtentachtig ht 

tweehonderdenachtentachtig

1. "288", langere vorm van tweehonderdachtentachtig, tweehonderd plus achtentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenachtentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenachtentachtig. 

• tweehonderdachtentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenachtentachtig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdenachtentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenachtentachtig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenachtentachtigduizend

• Het woord 'tweehonderdenachtentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.