tweehonderdenachtentwintig

Nederlands

0	2	2	8

tweehonderdenachtentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdenachtentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈɑxtənˌtwɪntəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·acht·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  achtentwintig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdenachtentwintig

1. "228", langere vorm van tweehonderdachtentwintig, tweehonderd plus achtentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenachtentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenachtentwintig. 

Synoniemen

• tweehonderdachtentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenachtentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdenachtentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenachtentwintig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenachtentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdenachtentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen