tweehonderdenachtenveertig

0	2	4	8

tweehonderdenachtenveertig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdenachtenveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈɑxtənˌfertəx / (8 lettergrepen)

• twee·hon·derd·en·acht·en·veer·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  achtenveertig ht 

tweehonderdenachtenveertig

1. "248", langere vorm van tweehonderdachtenveertig, tweehonderd plus achtenveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenachtenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenachtenveertig. 

• tweehonderdachtenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenachtenveertig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdenachtenveertigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenachtenveertig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenachtenveertigduizend

• Het woord 'tweehonderdenachtenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.