tweehonderdeneenendertig

0	2	3	1

tweehonderdeneenendertig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdeneenendertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈenənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)

• twee·hon·derd·en·een·en·der·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  eenendertig ht 

tweehonderdeneenendertig

1. "231", langere vorm van tweehonderdeenendertig, tweehonderd plus eenendertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdeneenendertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdeneenendertig. 

• tweehonderdeenendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdeneenendertig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdeneenendertigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdeneenendertig" ht als linkerdeel

• tweehonderdeneenendertigduizend

• Het woord 'tweehonderdeneenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.