tweehonderdentweeënzeventig

0	2	7	2

tweehonderdentweeënzeventig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdentweeënzeventig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈtwejənˌsevə(n)təx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdentweeënnegentig': /ˌtwehɔndərtɛnˈtwejənˌzøvəntəx/

• twee·hon·derd·en·tweeën·ze·ven·tig, twee·hon·derd·en·twee·en·ze·ven·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  tweeënzeventig ht 

tweehonderdentweeënzeventig

1. "272", langere vorm van tweehonderdtweeënzeventig, tweehonderd plus tweeënzeventig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdentweeënzeventig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentweeënzeventig. 

• tweehonderdtweeënzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdentweeënzeventig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdentweeënzeventigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentweeënzeventig" ht als linkerdeel

• tweehonderdentweeënzeventigduizend

• Het woord 'tweehonderdentweeënzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.