Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tweehonderdenveertig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tweehonderdenveertig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tweehonderdenveertig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tweehonderdenveertig is hier. De definitie van het woord
tweehonderdenveertig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tweehonderdenveertig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
tweehonderdenveertig,
op een
abacus
- twee·hon·derd·en·veer·tig
tweehonderdenveertig
- "240", langere vorm van tweehonderdveertig, tweehonderd plus veertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenveertig.
- tweehonderdveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenveertig" ht als linkerdeel
- ↑ Weblink bron
W. Haeseryn e.a.
“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)