tweehonderdenvierenvijftig

0	2	5	4

tweehonderdenvierenvijftig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdenvierenvijftig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈvirənˌfɛiftəx / (8 lettergrepen)

• twee·hon·derd·en·vier·en·vijf·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  vierenvijftig ht 

tweehonderdenvierenvijftig

1. "254", langere vorm van tweehonderdvierenvijftig, tweehonderd plus vierenvijftig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenvierenvijftig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenvierenvijftig. 

• tweehonderdvierenvijftig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenvierenvijftig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdenvierenvijftigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenvierenvijftig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenvierenvijftigduizend

• Het woord 'tweehonderdenvierenvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.