tweehonderdenzesenzestig

0	2	6	6

tweehonderdenzesenzestig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdenzesenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈzɛsənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)

• twee·hon·derd·en·zes·en·zes·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  zesenzestig ht 

tweehonderdenzesenzestig

1. "266", langere vorm van tweehonderdzesenzestig, tweehonderd plus zesenzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenzesenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzesenzestig. 

• tweehonderdzesenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenzesenzestig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdenzesenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzesenzestig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenzesenzestigduizend

• Het woord 'tweehonderdenzesenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.