tweehonderdenzevenenzestig

0	2	6	7

tweehonderdenzevenenzestig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdenzevenenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈzevənənˌsɛstəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdennegenenzestig': /ˌtwehɔndərtɛnˈzøvənənˌsɛstəx/

• twee·hon·derd·en·ze·ven·en·zes·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  zevenenzestig ht 

tweehonderdenzevenenzestig

1. "267", langere vorm van tweehonderdzevenenzestig, tweehonderd plus zevenenzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenzevenenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzevenenzestig. 

• tweehonderdzevenenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenzevenenzestig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdenzevenenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzevenenzestig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenzevenenzestigduizend

• Het woord 'tweehonderdenzevenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.